Begin jaren negentig kwam er in de veeartsenijschool in Gent kort voor Kerstmis een babyrendier binnen. Het maakte deel uit van een circusact en was om ongekende redenen verzwakt.
Bij het schrijven van mijn verhaal hierover vroeg ik me af wie eigenlijk verantwoordelijk was voor het linken van rendieren aan Kerstmis.
Dit is wat mijn opzoekwerk me leerde:
Dat Robert L. May in 1939 ‘Rudolph, the Red Nosed Reindeer’ bedacht, staat vast. Maar wie was de auteur van het allereerste verhaal waarin rendieren voor de slee van Santa Claus werden gespannen?
Die vraag proberen onderzoekers al tientallen jaren te beantwoorden.
Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donner(of Thunder), Blitzen (ook wel Lightning)
Het allereerste verhaal waarin gewag wordt gemaakt van een arrenslee met rendieren is ‘A Visit from St. Nicolas’ of ‘The Night before Christmas’. Het werd voor het eerst anoniem gepubliceerd in 1823 en in 1838 uitgebracht met Clement Clarke Moore als auteur. In het verhaal in dichtvorm is er sprake van 8 rendieren. Volgens kenners is het gedicht gebaseerd op een verhaal van Odin en zijn achtbenige paard.
Aandachtige lezers merken ongetwijfeld dat er hier nog sprake is van St. Nicolas.
Santa Claus is volgens Voigt-Travel.nl dan ook een samenraapsel van ‘Sinterklaas’, uit de katholieke traditie, en de protestantse tegenpool, ‘Father Christmas’ genaamd. Hoe dan ook, in beide gevallen gaat het om een oude man met een witte baard in rode kledij die via het dak cadeautjes brengt voor de brave kinderen. Maar Sinterklaas rijdt op een schimmel terwijl Santa Claus in een arrenslee rijdt die getrokken wordt door 8 of 9 (met Rudolph erbij) rendieren.
Wie heeft het rendierenverhaal destijds bedacht?
Moore bevestigde, noch ontkende zijn auteurschap van het werk. Kenners vermoeden dat het schrijven van een dergelijk frivool gedicht niet strookte met zijn reputatie als professor oude talen.
Na grondige analyse van de tekst vonden wetenschappers echter dat niet Moore de rechtmatige auteur was van de tekst, maar een verre verwant langs de zijde van zijn echtgenote. In Wikipedia is te lezen dat volgens het laatste onderzoek van 2016 Henry Livingston Jr., een New Yorker met Schotse en Nederlands roots, de schrijver zou zijn van het verhaal. Nochtans heeft Livingston nooit rechten op het verhaal opgeëist. En ondanks de vele tekstanalyses blijven onderzoekers elkaar tegenspreken.
En toen kwam ook Rudolph…
Hoe dan ook, bijna tweehonderd jaar geleden kreeg Santa Claus 8 rendieren als huisdier en sinds een kleine honderd jaar kwam er een negende rendier bij, Rudolph met de rode neus.
May schreef zijn verhaal over Rudolph, dat overigens ook in dichtvorm verscheen, naar analogie met ‘het kleine, lelijke eendje’. Maar als Rudolph een uiterlijk tekort moest hebben, waarom dan een rode neus?
Het is niet duidelijk of May op de hoogte was van het feit dat rendierneuzen 25% meer doorbloed zijn dan mensenneuzen. Deze extra doorbloeding voorkomt de bevriezing van dit nuttige lichaamsdeel.
Nochtans had May evengoed iets kunnen schrijven over hun knikkende knieën, een andere en nog meer unieke eigenschap van rendieren.
En dan is er nog het liedje over Rudolph. Dat ontstond in 1949. Een oude kraker dus, en nog steeds erg populair bij onze lagereschoolkinderen.
Bronnen:
https://www.voigt-travel.nl/noord-europa/rendieren/rendieren-en-kerst
https://dierpedia.nl/rendieren/
https://en.wikipedia.org/wiki/Clement_Clarke_Moore
https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_L._May
foto’s Unsplash: Sébastien Goldberg en Maria Vojtovicava
Reactie plaatsen
Reacties