Het tafereel was zo apart dat ik even stil bleef staan om het in me op te nemen. Vanop de verhoogde dijk keek ik naar het lager gelegen park waar in de top van een plataan een grijze reiger als versteend voor zich uit zat te staren terwijl boven hem een koppel ara’s schreeuwend rondjes draaide.
Ik wist niet wat me het meest verraste, een reiger zo hoog in een boom te zien, of de combinatie van deze inheemse vogel met twee kleurrijke exoten.
De hond die alleen interesse in vogels toont wanneer het loslopende kippen betreft probeerde me met zachte aandrang verder de dijk op te trekken. Maar ik negeerde haar en sloot mijn ogen om het beeld vast te zetten in mijn nog half slapende brein. Achter mij hoorde ik het gegil van de meeuwen en in de recent aangeplante moeraseiken antwoordden enkele parkieten op hun familieleden uit het park.
Het nieuwe 'inheems'
Na een tijdje gaf ik toe aan het ongeduld van de hond, opende mijn ogen en zette mijn ochtendwandeling voort langs de met Japanse duizendknoop begroeide rivieroever. Ik draaide het pad in naast de visvijver waar een koppel Canadese ganzen op het water dobberde. Voorbij de kerk viel mijn blik op een poster die voor een raam hing. De slogan op de poster beloofde dat er een weg terug was naar de tijd dat alles wat ons omringde inheems was. Met weemoed dacht ik aan de beuken in het park die na de droge zomers plaats hadden gemaakt voor mediterrane kurkeiken.
Even verder probeerde ik de taal te ontcijferen van de mannen die in de opgebroken straat grint aanvoerden. Portugees, dacht ik, vanwege de talrijke ‘sj’ klanken. Vanop haar balkon stond een vrouw te fluiten en de twee ara’s maakten zich los uit het gebladerte van het park. Na een rondje boven mijn hoofd vlogen ze naar het balkon waar de vrouw hen op haar arm opving en naar binnen droeg.
Ik volgde de hond naar huis en besefte dat zowel het woord als het concept ‘inheems’ ondertussen voltooid verleden tijd was.
foto's K. Mitch Hodge en Axel Blanchard via Unsplash
Reactie plaatsen
Reacties